Geschiedenis zoals beschreven in boek “Middelburg” uit 1988

In 1603 kocht de stad Middelburg een ten oosten van Walcheren gelegen schor aan.
Deze schor, die zich tussen Walcheren en Zuid-Beveland nabij de ingang van de Middelburgse haven (gegraven 1532-1535) bevond, droeg de fraaie naam „De Stinckaert” en werd in 1644 ingedijkt.
Spoedig nadien ontstond het dorp Nieuwland in dit gebied, dat de naam Middelburgse polder had gekregen.
Het nieuwe dorp werd belangrijker dan een oudere nederzetting, die al eerder in de in 1631 ingedijkte naastgelegen Oud Sint Joosland Polder was ontstaan, Sint Joosland genaamd.
Heden ten dage staat het oudere dorp nog bekend als Oudedorp.

De Oud Sint Joosland Polder gaat terug op de middeleeuwse opwas het Arnemuiderzand.

Nieuw- en Sint Joosland was aanvankelijk kerkelijk ingedeeld bij Arnemuiden.
In 1650 bouwde men een kruiskerkje in Nieuwland, dat in 1882 vervangen werd door een eenvoudige zaalkerk.
Op zondag 6 mei 1883 wijdde de N.H. Gemeente Nieuwland dit nieuwe kerkgebouw in.
De twee zandstenen leeuwtjes op bakstenen pijlers voor de kerk houden het wapen van de ambachtsheerlijkheid en latere gemeente Nieuw- en Sint Joosland („zijnde een veld van zilver met drie golvende fascen van azuur, waaruit oprijst eene met de beide uiteinden naar boven gekeerde halve maan van keel op een veld van goud”) in hun klauwen.
Zij zijn de enige overblijfselen van de 17de eeuwse kerk.

Een ander interessant monument in Nieuwland is de uit 1874 daterende korenmolen „Buiten Verwachting”, die in 1983 geheel gerestaureerd werd. De Middelburgse stadsmolenaarster laat regelmatig de wieken van de Nieuwlandse molen draaien.

Het huidige wegrestaurant „De Rode Leeuw” is de voortzetting van een herberg, die oorspronkelijk tot 1818 veerhuis was.

Omdat de stad Middelburg, ambachtsheer van Nieuw- en Sint Joosland sedert 1644, in financiële moeilijkheden kwam te verkeren hield zij in 1679 uitverkoop van de in haar bezit zijnde heerlijkheden.
Nieuwland kwam in handen van Catharina Verbrugge, weduwe van Cornelis Claesz. van Watervliet, heer van Ellewoutsdijk. Haar erfgenamen behielden de ambachtsheerlijkheid Nieuwland tot 1818.

Met ingang van 1 januari 1816 werden Nieuwland en Sint Joosland gecombineerd tot de nieuwe gemeente Nieuw- en Sint Joosland.
Het totale bevolkingsaantal van de nieuwgevormde gemeente bedroeg in 1820 550 zielen, in 1865 was dit getal gestegen tot 803. Honderd jaar later telde het dorp in totaal 1337 inwoners.

Bij de gemeentelijk herindeling op Walcheren in 1966 kwam een eind aan het bestaan van Nieuw- en Sint Joosland als zelfstandige gemeente: het werd bij Middelburg gevoegd.
Terug in de moederschoot, als het ware.

Thans ( 1988 ) telt de kern Nieuw- en Sint Joosland zo’n 1450 bewoners.

Bron: Boek Middelburg
Uitgegeven in 1988. Auteur Peter Sijnke, foto’s Wim Riemens

Laurens Joosse overleden

De op 20 november 1936 in Nieuw- en Sint Joosland geboren Laurens Joosse is op 2 september 2020 overleden in zijn woonplaats Wenen. Hij maakte als haute couturier een halve eeuw lang japonnen voor gegoede dames.

Dagblad Trouw publiceerde op 19 oktober een door Marlies Kieft geschreven In Memoriam in de rubriek Naschrift. Laurens was de tiende in een gezin met elf kinderen. Hij viel op omdat hij graag breide of lapjes stof aan elkaar naaide. Wie daar wat van zei kon de wind van voren krijgen van zijn moeder. Ook Laurens zelf kon zich trouwens goed verweren wanneer een leeftijdsgenoot hem bespotte om zijn gedrag.

Het op jonge leeftijd creatief bezig zijn met stof, naald en draad was de opmaat naar een baan bij een kleermaker in Vlissingen. Laurens maakt daar uniformen voor leerlingen van de Zeevaartschool. Hij was daar zo bedreven in dat hij na dertien jaar de status bereikte van meester-kleermaker. Laurens kreeg ook de leiding  van het bedrijf.

Intussen kreeg hij interesse in het maken van haute couture. Die term betekent letterlijk `hogere snijkunst`, oftewel het handmatig knippen (of draperen) van stoffen voor unieke, handmatig gemaakte kledingstukken. Laurens trad als coupeur in dienst bij het Haagse modehuis Kühne waar Parijse couture werd gemaakt. Hij kreeg in die tijd omgang met zijn latere partner Niek, met wie hij verhuisde naar Rijswijk.
Na het faillissement van de firma Kühne ging Laurens Joosse op advies van een oude klant zelfstandig werken als coupeur (knipper, kleermaker) voor bemiddelde dames, die hij altijd aanduidde als ‘mijn meisjes’. Hij had in Parijs, waar hij ‘monsieur Josse’werd genoemd, een kleine klantenkring. Daar kon hij   gezien de prijzen van de japonnen (vanaf 7000 euro) goed van bestaan. Mede door zijn charmes kreeg hij toegang tot de grote modeshows. Laurens maakte zijn japonnen van patronen die hij in licentie kocht van ontwerpers die in dienst waren van beroemde huizen als  Dior en Yves Saint Laurent.
Laurens Joosse staakte dit werk na een halve eeuw. Hij zei daarover: ,,Mijn meisjes waren bijna allemaal dood of ze waren te oud om te kopen en ik was zelf ook oud.”

De creatieve Nieuwlander nam in 2017 deel aan het programma ‘Senior Stagiar’ van Omroep MAX. Daarin is te zien hoe hij een poosje in Amsterdam ging werken bij de jonge couturier Edwin Oudshoorn. Laurens nam daar kennis van de nieuwste ontwikkelingen  en bracht op zijn beurt de jongeren de oude kneepjes van het vak bij. Dat leverde prachtige beelden op van een innemende vakman die alom vreugde uitstraalde. Laurens overleed na een ziekbed in de Oostenrijkse hoofdstad en is later in Nederland begraven.

Wie geen abonnee is van Trouw, maar wel van de PZC, de Volkskrant of een ander dagblad van DGP-media kan het verhaal lezen via topics.nl Je hebt dan toegang tot 13 kranten in Nederland en België. Het genoemde tv-programma is te zien via de link https://tvblik.nl/senior-stagiair/laurens-en-carla

Fotobijschrift:

Laurens Joosse in het programma ‘Senior Stagiar’ van Omroep MAX